Het is altijd een beetje moeilijk om een algemeen beeld te schetsen van een hondenras. In dit artikel probeer ik mijn ervaring te delen over het ontzettend leuke hondje, een dwergpinscher, die luistert naar de naam Quicksilver Prins van ’t Duinezicht.
Hij is een reu die momenteel 9 maanden en een week oud is. Het is niet voor niets dat dit ras ingedeeld is in groep 2, pinschers, schnauzers, molossers en sennenhonden. Zij bewaken het erf en slagen aan wanneer nodig. Vangen het ongedierte en gaan achter elke indringer aan. Eerder had ik grotere honden die ook in groep 2 ingedeeld waren maar mijn ervaring met dit hondje is dat dit ras alerter en veel pittiger is dan de molossers die ik toen had.
Mag ik je bij deze er op attenderen dat als je weinig tijd hebt om met je hond bezig te zijn, je beter geen dwergpinscher in huis haalt. Dit zeg ik niet om je te ontmoedigen, eerder om je aan te geven dat een dwergpinscher geen hondje is om onbeheerd achter te laten en het contact terug op te nemen wanneer JIJ er zin in hebt. Het kleine hondje met een groot karakter bepaald zelf wie zijn/haar baasje is. Als je geen tijd besteedt aan de relatie met hem kan je het wel vergeten. Hij neemt het graag van je over. Dan is hij heer en meester, het huis is van hem. Zo zal hij zich ook gedragen als het gezin thuis is en zal hij proberen alle gezinsleden onder zich te plaatsen.
Hij is slim genoeg om de gezinsleden te vertederen met zijn capriolen om hun het gevoel te geven dat zij de baas zijn, maar in werkelijkheid is hij de baas en doet hij uiteindelijk wat hij zelf wil. Als je dit niet snel genoeg door hebt blijft hij de alfa in de roedel en moet iedereen pareren. ‘Zonder dat je het door hebt’ ga je leven naar de grillen van je hond. Om hem niet agressief te maken ga je jezelf aanpassen aan de hond. Bij manier van spreken gaat niemand in de lievelingszetel van de hond zitten. Hij is dus de alfa!
Een dwergpinscher is een werkhond, als je niet met hem werkt gaat hij zich concentreren op het instinct dat hem zegt dat hij binnen de roedel (het huis, gezin) de hoogste plaats ‘kan’ innemen. Hij zal dan ook alles op alles zetten om dat naar voor te brengen. Als er andere honden in huis zijn, is hij intelligent genoeg om zijn plaats te herkennen en te erkennen. Van grotere en oudere honden en zelfs mensen die hun plaats in de roedel (het gezin) niet kennen neemt hij met het grootste genoegen het leiderschap over.
Kortom: Een dwergpinscher vraagt van zijn baasje een totale deelname in de roedel. Deze deelname is voor veel mensen, vanwege het drukke schema dat zij hebben, een moeilijke opgave. Neem geen dwergpinscher in huis als je geen tijd hebt om met hem bezig te zijn! En denk niet te snel dat je hem de baas bent!
Dit is mijn ervaring tot nu toe.
Reactie plaatsen
Reacties