Pinscher.be

Gepubliceerd op 28 maart 2018 om 10:16

Bron: www.pinscher.be 

Geschiedenis

Het is een zeer oud ras, dat echter pas in de 19de eeuw officieel erkend werd. In het fokregister van 1925 waren al 1300 inschrijvingen. Vroeger werd de pinscher gebruikt als rattenvanger. Eén van de voorouders van de dwergpinscher was ook een klein hondje met bolle schedel en korte beharing. Zo'n soort hondje treft men op diverse oude (15e eeuwse) schilderijen aan. Ook blijkt uit opgravingen dat een dergelijk hondje reeds in het stenen tijdperk bestond. De dwergpinscher dankt zijn ontstaan aan Duitse fokkers. Eeuwenlang had men in West- en Midden-Europa een groep honden die speciaal geschikt was voor het verdelgen van ratten en muizen en tevens als waakhond zijn mannetje kon staan. Ze werden 'rattler' of 'pinscher' genoemd.

Hoewel reeds in de 15e eeuw een klein kortharig hondje voorkwam, is de dwergpinscher in huidige vorm waarschijnlijk ontstaan uit zorgvuldig kruisen van kleine 'rattlers' met terriërs en teckels. De bruine kleur (reepinscher) zou door kruising met teckels zijn ontstaan. Chocolate (red and tan) kwam ook voor maar werd pas in 1900 erkend (inmiddels volgens de FCI standaard weer niet meer toegestaan). Dwergpinschers zijn geen minidobermanns. Dat lijkt wel zo, maar er is geen directe erfelijke band tussen de twee rassen. Het is in feite een ouder ras dan de dobermann. Omwille van hun vrolijke, aanhankelijke aard zijn dwergpinschers in de jaren vijftig en zestig erg populair geweest. In de Engelstalige landen worden ze liefkozend 'minpin' genoemd. Ze zijn trouw en voor niemand bang. Hun waaksheid is bekend.

Rasstandaard

Algemeen totaalbeeld

De dwergpinscher is de verkleinde weergave van de Duitse pinscher, zonder de gebreken van verdwergde verschijningen.
Zijn elegante, kwadratische bouw is door zijn korte beharing duidelijk zichtbaar.
Belangrijke verhoudingen: In verhouding van lengte en hoogte moet de lichaamsbouw zo kwadratisch mogelijk tonen.
De totaallengte van het hoofd (neuspunt tot achterhoofdsbeen) komt overeen met de helft van de ruglengte (schoft tot staartaanzet).
Gedrag en karakter (aard): Levendig, temperamentvol, zelfverzekerd en evenwichtig. Dit alles maakt hem tot een aangename familie- en gezelschapshond.

Hoofd

Schedel: Krachtig, gestrekt, zonder sterk ontwikkeld achterhoofdsbeen. Het voorhoofd is vlak en verloopt zonder rimpels en parallel aan de neusrug.
Stop: Licht, maar toch duidelijk gemarkeerd.

Gezichtsdeel

Neus: De neusspiegel is goed ontwikkeld en zwart.
Voorsnuit: Eindigt in een stompe wig. De neusrug is recht.
Lippen: Zwart, vast en glad tegen de kaken liggend. De mondhoeken gesloten.
Tanden: Krachtige boven en onderkaak. Het volledige schaargebit (42 tanden volgens de tandformule) is krachtig, goed sluitend en zuiver wit.
De kauwspieren zijn goed ontwikkeld zonder storende bakkenvorming.
Ogen: Donker, ovaal met aansluitende zwart gepigmenteerde oogleden.
Oren: Staande oren; klaporen, hoog aangezet, V-vormig, de binnenkanten tegen de wangen liggend, naar voren gedraaid in de richting van de slapen, waarbij de parallelle vouw niet boven het hoofd uit komt.
Hals: Adellijk gebogen, niet te kort. Zonder duidelijk beginpunt harmonisch overgaand in de schoft.
Droog zonder wam of keelhuid. De huid is strak en sluit rimpelloos aan.

Lichaam

Bovenlijn: Vanuit de schoft naar achteren iets aflopend.
Schoft: Vormt het hoogste punt van de bovenlijn.
Rug: Krachtig, kort en strak.
Lendenpartij: Krachtig. De afstand van de laatste ribbenboog tot de heup is kort waardoor de hond compact lijkt.
Croupe: In een lichte ronding verlopend, ongemerkt overgaand in de staartaanzet.
Borst: Matig breed, in dwarsdoorsnede ovaal, tot de ellebogen reikend. De voorborst is door de borstbeenpunt duidelijk gemarkeerd.
Onderlijn en buik: De flanken niet overmatig opgetrokken, met de onderkant van de borstkast een mooie gebogen lijn vormend.
Staart: In de natuurlijke staat lang. In niet natuurlijke staat afgeknipt bij de geboorte, kort (stompje).

Voorhand

Algemeen: De voorbenen zijn, van voren gezien, sterk, recht en niet te dicht bij elkaar geplaatst. De onderbenen staan vanaf de zijkant gezien recht.
Schouders: Het schouderblad ligt vast tegen de borstkast aan, is aan beide zeiden van het schouderblad goed gespierd en steekt boven de dooruitsteeksels van de borstwervels uit. Zo schuin mogelijk en goed terugliggend, een hoek vormend van 50º met de horizontale lijn.
Opperarm: Goed tegen de romp aanliggend, krachtig en gespierd. Hoek met schouderblad bedraagt 95º tot 105º.
Ellebogen: Goed tegen de romp aanliggend, krachtig en gespierd. Hoek met schouderblad bedraagt 95º tot 105º.
Onderarm: Krachtig ontwikkeld en gespierd, van voor en van opzij gezien kaarsrecht.
Voorvoetwortelgewricht: Krachtig en stabiel.
Voormiddenvoet: Krachtig en verend. Van voren gezien kaarsrecht. Van opzij bekeken iets schuin naar de grond staand.
Voorvoeten: Kort en rond. Tenen strak tegen elkaar aanliggend en gewelfd (kattenvoeten).
Voetkussens sterk; nagels kort, zwart en sterk.

Achterhand

Algemeen: Van de zijkant bekeken schuin gesteld, van achter bekeken parallel verlopend, niet eng gesteld.
Dijbeen: Matig lang, breed en krachtig gespierd.
Knie: Niet naar binnen of buiten gedraaid.
Onderbeen: Lang en krachtig, pezig, in een krachtig spronggewricht overgaand.
Spronggewricht: Uitgesproken gehoekt, krachtig, stabiel, niet naar binnen of buiten gedraaid.
Achtermiddenvoet: Kaarsrecht op de grond geplaatst.
Achtervoeten: Iets langer dan de voorvoeten, tenen strak tegen elkaar liggend en gewelfd, nagels kort en zwart.

Gangwerk

De dwergpinscher is een draver. De rug blijft in de beweging vast en relatief rustig. De beweging is harmonisch, zeker, krachtig en ongeremd, met goede staplengte. Typisch voor de draf is een ruimgrijpende, sierlijk en vloeiende beweging met krachtige stuwing en vrije voorhandbeweging.

Huid

Over het gehele lichaam strak aansluitend

Beharing

Haar: Kort en dicht, glad aanliggend en glanzend, zonder kale plekken.
Kleur: Eenkleurig: Hertenrood, roodbruin tot donkerroodbruin.
Zwartbruin: Lakzwarte haar met rode tot bruine aftekeningen.
Na te streven zijn zo donker mogelijke, zuivere, scherp afgetekende brand. De aftekeningen zijn als volgt verdeeld: boven de ogen, aan de onderkant van de hals, aan de middelvoet van de voorbenen, aan de voeten, aan de binnenkant van de achterbenen en onder de staartwortel. Twee van elkaar gescheiden zuiver begrensde driehoeken aan de voorborst.

Maat en gewicht

Schouderhoogte: Reuen en teven 25 tot 30 cm.

Gewicht: Reuen en teven 4 tot 6 kg.

Fouten

Iedere afwijking van de hiervoor genoemde punten moet als fout gezien worden, en de ernst van de fout is afhankelijk van de graad van afwijking. In het bijzonder: Plompe of te lichte, laagbenige- of hoogbenige bouw. Zware of ronde schedelrimpels op het voorhoofd. Korte, spitse of smalle voorsnuit. Tanggebit. Lichte, te kleine of te grote ogen. Laag aangezette of zeer lange, verschillend gedragen oren. Losse keelhuid. Te lange, opgetrokken of slappe rug. Karperrug. Afvallend croupe. Lange voeten. Telgang. Steppend gangwerk. Dunne beharing. Doorstoken, aalstreep, donker zadel en verbleekt of gevlekte beharing. Meer dan 1 cm boven of onder de maat.

Zware fouten

Ontbreken van geslachtstype (b.v. reuachtige teef).
Te lichte bouw.
Appelkop.
Niet parallelle hoofdbelijning.
Naar buiten draaiende ellebogen.
Ondergeschoven achterhand.
Steile of krombenige achterhand.
Naar binnen gedraaide spronggewrichten (koehakkigheid).
Tussen de 1 en 2 cm te groot of te klein.

Diskwalificerende fouten

Misvorming van ieder soortgebrek aan type.
Gebitsfouten als voorbeet, overbeet en kruisbeet.
Grote fouten in onderdelen als lichaamsbouw, haar- en kleurfouten.
Meer als 2 cm te groot of te klein.
Schuwheid, agressiviteit, boosaardigheid, overdreven wantrouwig, nerveus gedrag. 
N.B.: Reuen moeten twee duidelijk normaal ontwikkelde testikels hebben die in de balzak zijn ingedaald

Karakter

De dwergpinscher is een aanhankelijke en intelligente hond, levendig, temperamentvol, zelfverzekerd en evenwichtig. Ze zijn wantrouwend tegenover vreemden, maar hun gedrag hangt volledig af hoe ze als pup grootgebracht zijn. Dwergpinschers zijn zeer sociaal met andere huisdieren en kinderen. Het zijn zeer aanhankelijke hondjes. Dit alles maakt hem tot een aangename familie- en gezelschapshond.

De dwergpinscher heeft een grote bewegingsbehoefte. Wordt aan deze behoefte niet voldaan, dan is het mogelijk dat hij gedragsafwijkingen ontwikkeld. Een dwergpinscher eist niet zo veel ruimte, dus een appartement kan best voldoende zijn op voorwaarde dat u hem regelmatig eens laat rennen. Hij is zeer waaks en hij blaft makkelijk. De socialisatie van deze hond is bijzonder belangrijk. Hij heeft de neiging omwille van zijn moedige karakter grootheidswaanzin te ontwikkelen. Door hun groot uithoudingsvermogen kunnen dwergpinchers lange wandelingen aan. Dwergpinchers zijn uitstekende waakhonden. Deze trotse, overdreven moedige hond beschermt zijn gezin hoe groot de tegenstander ook is. Het is een grote hond in het lichaam van een kleine hond.

De dwergpincher kan uiterst goed leren en doet dit zeer graag. Het is in ieders voordeel dat de hond gehoorzaamheidstraining volgt als puppy, alwaar het andere honden en mensen kan ontmoeten. U zal verbaasd zijn hoe snel je dwergpincher u begrijpt en uw bevelen uitvoert. Het is voor een dwergpinscher niet belangrijk waar hij mee naar toe moet. Of het gehoorzaamheidstraining is, een boswandeling of een tentoonstelling, de dwergpinscher vind het prima. Zolang hij maar bij "zijn mensen" kan zijn.

Gezondheid

Met de gezondheid van de dwergpinscher is niets mis. Wel is het van belang dat u het dier bij een fokker koopt en zeker niet bij handelaars die verschillende rassen aanbieden. Men wil de pinscher vaak heel erg klein fokken. Dit is slecht voor de hond. De hond hoort 25 tot 30 cm groot te zijn. Zijn ze kleiner dan krijgen ze problemen met de gewrichten en met de ogen. De ogen horen niet bol uit de kop te steken.

De dwergpinscher kan omwille van zijn dunne vacht niet al te lang bij extreme koude buiten blijven. Bovendien kunnen zijn oortoppen makkelijk bevriezen. Verder neigt de dwergpinscher tot patella luxatie wat loszittende knieschijf betekent. Meer dan de helft van de dwergpinschers of chihuahua's die zonder stamboom worden verkocht, hebben last van deze afwijking en zullen daaraan moeten geopereerd worden. Bijgevolg zal de aankoop van zo'n pup zonder stamboom duurder uitvallen dan een pup die uit patella luxatie vrije ouders komt (met stamboom). Met dieren die deze afwijking vertonen wordt best niet gefokt. Dus als je een dwergpinscher pup wil aanschaffen kijk dan of de ouders vrij zijn van patella luxatie en vraag desnoods een medisch bewijs van onderzoek.

Verzorging

Een dwergpinscher is vrij makkelijk te verzorgen. De kortharige, zachte vacht sporadisch eens met een rubberen borstel uitkammen.

Als je daarna met een licht vochtige doek over zijn pels wrijft, geeft dit een prachtig glanzend effect.

Van tijd tot tijd moeten de nageltjes geknipt worden.

Zo weinig mogelijk wassen, zeker met geen gewone zeep of shampoo. Wel indien nodig met babyshampoo (Zwitsal zeepvrije wasgel of lotion) om de natuurlijke huidbeschermlaag te behouden.

Om schilfertjes (meestal door de stress) te verwijderen: een nat zeemvel of washandje gebruiken. Geef je dwergpinscher een zachte ondergrond als ligplaats (kortharig ras » eelt en ligplekken), die vooral tochtvrij en droog is.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.

Maak jouw eigen website met JouwWeb