Een basisexamen wordt afgenomen als de hond al een aantal speur lessen gevolgd heeft.
De instructeur bepaald aan de hand van zijn waarnemingen of de hond en de geleider er klaar voor zijn om een examen te doen. Hij zorgt voor een spoorloper die totaal onbekend is voor de hond, of waar de hond minimaal drie maanden niet meer op gespeurd heeft. Als de begeleider met de hond toekomt is de spoorloper al een tijdje onderweg. Zij zien elkaar dus niet.
Het examen bestaat uit een 20 minuten oud spoor van 1100 meter lang dat binnen de 25 minuten moet afgewerkt worden. Aan het begin van het spoor krijgt de hond via een startlap de geur van de spoorloper aangeboden om deze vervolgens te kunnen opsporen. Er worden twee voorwerpen neergelegd, waarvan de hond er minstens 1 van moet vinden. Er is ook een backtrack in het spoor verwerkt. Onder backtrack verstaat men dat de spoorloper een pad voor ongeveer 5 a 8 meter in gaat langs de ene kant van het pad, het pad oversteekt en dan terug keert om zijn weg te vervolgen langs een ander pad. Het mooiste is dat de hond deze backtrack ook uitwerkt.
Als afsluiter moet de hond de spoorloper zien te vinden en deze aanwijzen door te blaffen en/of er naar toe te gaan. De hond moet de te vinden persoon duidelijk aanwijzen.
Onze Prins heeft het spoor uitgewerkt in 14 min. en heeft 1 voorwerp gevonden. Het andere, zo bleek later, was door iemand meegenomen.
Dank je wel Ronald voor de uitstekende opleiding en begeleiding! Wij zijn heel trots op de prestatie van onze kleine Prins!
Reactie plaatsen
Reacties